In Zeeland zetten we in op innovatieve digitale toepassingen om de huisartsenzorg en spoedpostzorg toekomstbestendig te maken. Een goed voorbeeld daarvan is de zelf-triagetool “Moet ik naar de dokter? (MINDD)”. Op de website van de huisartsenspoedpost wordt de widget aangeboden, zodat patiënten vooraf kunnen toetsen of en wanneer zij contact moeten opnemen met de HAP.
Volgens regionale gegevens voert circa 25% van de patiënten die contact zoeken met de HAP al vooraf een digitale zelf-triage uit via MINDD. Dit bevordert zelfzorg en ontlast mogelijk de telefonische triage. Landelijke onderzoeksgegevens tonen aan dat het aanbieden van MINDD kan leiden tot een daling van circa 3% in het aantal contacten op een HAP in de interventie-weken, en tot een verkorting van de triagetijd met circa 30 seconden per gesprek. Ook is aangetoond dat de kostenbesparing per HAP in een kort meettraject substantieel kan zijn.
In Zeeland verwachten we dat door verder inzetten op gebruik en integratie van MINDD, de werkdruk op triagisten en HAP-medewerkers verder daalt, én dat vooral laagurgente zorgvragen eerder digitaal gekanaliseerd worden. De vervolgstap is het regionaal systematisch monitoren van zelf-triage-gebruik, naleving van het advies, en het effect op contact-volumes, triagetijden en kosten. Hiermee bouwen we aan een efficiënte, toegankelijke en toekomstbestendige huisartsenzorg in onze provincie.
De online zelf-triagetool “Moet ik naar de dokter”
De online zelf-triagetool “Moet ik naar de dokter? (MINDD)” is een instrument dat patiënten helpt in kaart te brengen of zij contact moeten opnemen met een huisarts of een huisartsen-spoedpost (HAP) en zo ja, wanneer. Het doel van deze tool is tweeledig:
- patiënten stimuleren tot zelfzorg waar mogelijk (waardoor onnodige consulten kunnen worden voorkomen).
- de werkdruk en zorgvraag bij spoedposten en huisartsen beperken door laagurgente zorgvragen digitaal vooraf te filteren.
Landelijke onderzoeksresultaten
Uit het onderzoek 'Digitale zelftriage op de Huisartsen Spoedpost 2022' (IQ Healthcare / MINDD) blijkt het volgende:
- Tijdens de meetperiode werden binnen twee weken 11.484 zelftriages uitgevoerd door 9.407 unieke gebruikers, wat neerkomt op circa 5 gebruikers per 100 inwoners per jaar (oftewel: 1 op de 20 inwoners maakt er in een jaar gebruik van).
- Het gemiddelde gebruik kwam vooral ’s avonds en in het weekend voor, iets vaker door vrouwen, en een breed leeftijdsbereik. De meest voorkomende klachten waren buikpijn, hoesten en wonden.
- Bij 85,8% van de zelftriages werd geadviseerd contact op te nemen met huisarts/HAP/112. Bij 13,4% werd geadviseerd niet te bellen, en daarvan volgde 83,9% het advies op.
- Het totaal aantal contacten op de HAP in de weken waarin MINDD werd ingezet bleek 3% lager dan in de control-weken; op posten met hoger gebruik was deze afname zelfs 7,8%.
- De telefonische triageduur werd gemiddeld ca. 30 seconden korter (-6,2%) wanneer vooraf zelftriage had plaatsgevonden.
- Gemiddelde kostenbesparing: circa €6.000 per HAP in 13 dagen.
- Conclusie: aanbod van MINDD op HAP-websites leidt tot een (bescheiden) reductie van contacten zonder aantoonbaar negatieve veiligheidsconsequenties (fout-negatief percentage slechts 3,3%).
Deze cijfers ondersteunen dat digitale zelftriage een instrument is met potentie in het versterken van efficiëntie en het bevorderen van zelfzorg, mits voldoende gebruik en aandacht voor integratie en vervolgprocessen.